Doen?
Voordat je een DNA test doet moet je je eerst afvragen òf je het resultaat wel wilt weten. Als je het antwoord hebt, is het te laat om te bedenken "maar dat wilde ik niet weten". Daarnaast moet je die DNA-test kiezen die je antwoord geeft op je vraag. Sommige testen bepalen meer dan je wilt weten, wil je die antwoorden ook hebben? Tot slot, je DNA heb je gekregen van je ouders en geef je door aan je kinderen. Een antwoord voor jou heeft dus ook gevolgen voor je familie.
Wil ik 't weten?
Voordat je een DNA-test doet moet je je eerst afvragen of je de uitkomst wel wilt weten. Houd rekening met verrassingen. Misschien zijn je ouders niet je ouders, heb je niet de voorouders die je dacht of kom je onbekende broers, zussen of andere familieleden tegen. Wordt er naar je gezondheid gekeken, houd dan rekening met onverwachte resultaten. Mogelijk heb je een onbekende aandoening of heb je een hoog risico op het krijgen van een nog niet te behandelen ziekte. Wil je dat niet weten doe dan de DNA-test niet. Wil je alleen wat over je afkomst weten, doe dan niet een test die ook naar je gezondheid of naar erfelijke ziektes kijkt.
Je krijgt je DNA van je ouders. Als je wat vindt in je DNA dan is die informatie ook van belang voor je ouders, je broers en zussen, je opa en oma en mogelijk ook je oom en tantes en je neefjes en nichtjes. Je geeft je DNA door aan je kinderen en via hen aan je kleinkinderen. Ook voor hen is die DNA-informatie van belang. Vraag, voordat je een DNA-test doet, of zij de informatie die je krijgt ook willen horen of niet. Misschien willen zij niets weten of alleen bepaalde dingen en andere dingen niet. Vraag je dit niet voordat je de test doet dan kun je in gewetensnood komen als je bijvoorbeeld wat over je gezondheid leert en je je afvraagt of je anderen moet waarschuwen of niet.